dinsdag 5 november 2013

ADHD, wat nu..?: Vlaamse CLB bezorgd om wildgroei alternatieve coac...

Van leer- en concentratieproblemen tot dyslexie en ADHD: voor elk probleem van leerlingen staat er tegenwoordig wel een kindercoach klaar. “Wij helpen ouders die door de lange wachtlijsten niet terechtkunnen bij het CLB of de school”, zeggen ze. Toch maken professionele hulpverleners zich zorgen over hun opmars. “Velen hebben niet genoeg bagage om echte problemen aan te pakken.”

ADHD, wat nu..?: Vlaamse CLB bezorgd om wildgroei alternatieve coac...: Van leer- en concentratieproblemen tot dyslexie en ADHD: voor elk probleem van leerlingen staat er tegenwoordig wel een kindercoach klaar. “...

donderdag 24 oktober 2013

Opening Eureka (onderwijs voor hoogbegaafden) in Julianadorp op 30 oktober 2013

Wij willen u graag van harte uitnodigen voor de officiële opening van de voltijdse voorziening van het Samenwerkingsverband Kop van Noord Holland voor hoogbegaafden. De voltijdse voorziening gaat van start onder de naam: Eureka, onderwijs voor hoogbegaafden.

In het kader van passend onderwijs werkt het samenwerkingsverband in de kop van Noord Holland (www.swvkopvannoordholland.nl) aan het bieden van passend onderwijs aan ieder (hoogbegaafd) kind in de regio. Bij voorkeur wordt dit onderwijs geboden door kundige leerkrachten in de eigen school. Het bestuur van het samenwerkingsverband investeert op grote schaal in de professionalisering van leerkrachten. 

Waar dat toch (nog) niet voldoende blijkt te zijn, biedt het samenwerkingsverband voorzieningen waarbinnen voor passende begeleiding gezorgd kan worden. Eureka, de voltijdse onderwijs voorziening voor hoogbegaafde kinderen is daar een voorbeeld van. De voltijdse voorziening is gehuisvest in het gebouw van basisschool De Kameleon te Julianadorp.

Programma:
9.00 Ontvangst
9.10 Woord van welkom Gert Jan Veeter, portefeuillehouder Uitdagend Onderwijs
9.25 Woordje tot de kinderen: Wilma van der Meer, directeur van basisschool De Kameleon
9.30 Feestelijke onthulling van de naam, samen met de kinderen
9.50 Afsluiting

Datum: 30 oktober 2013
Locatie: basisschool de Kameleon,
Middelzand 3501 te Julianadorp
Tijd: 9.00 - 10.00 uur

U kunt zich aanmelden viainfo@swvkopvannoordholland.nl




zondag 20 oktober 2013

Wonderkinderen - Het raadsel van extreme begaafdheid

juni 2005
door Dagmar van der Neut

Mozart schreef zijn eerste composities op zijn vijfde; ’s werelds jongste schaakgrootmeester was dertien. Gedrild door strenge ouders? Of is er een andere verklaring voor hun uitzonderlijke talent?

Toen Gregory Smith vijf jaar oud was, redeneerde hij: ‘De kerstman bestaat niet. Alle boeken over hem staan in de bibliotheek immers bij fictie.’ Nu, tien jaar later, studeert hij aan de Universiteit van Virginia. Met zijn bachelorsdiploma al op zak wil hij promoveren in de wiskunde, biomedische wetenschappen, lucht- en ruimtevaarttechniek en internationale betrekkingen. Het geniale joch, dat als baby van drie maanden al begon met praten, bereidt zich voor om over twintig jaar president van de Verenigde Staten te worden. Terwijl zijn leeftijdgenoten met hun ouders in de clinch liggen over zakgeld, houdt Greg voordrachten over kinderrechten en wereldvrede. Hij kreeg al drie nominaties voor de Nobelprijs voor de Vrede.

Gregory Smith is zonder twijfel een heel bijzondere jongen; het woord ‘wonderkind’ lijkt voor hem te zijn uitgevonden. Maar er zijn meer kinderen die opvallen door buitengewone talenten, ongewone prestaties of uitzonderlijke intelligentie. Zo werd er begin dit jaar in Engeland een driejarige lid van hoogbegaafdenclub Mensa, speelde een andere peuter van die leeftijd voor het oog van duizenden mensen viool mee met André Rieu, en werd de toen 13-jarige Noor Magnus Carlsen een jaar geleden de jongste schaakgrootmeester ooit. Wat hebben deze wonderkinderen met elkaar gemeen en waarom kunnen ze meer dan andere kinderen?

Vroegwijs
Wonderkinderen zijn vaak hoogbegaafd, dat wil zeggen: ze hebben een iq van boven de 130. Ongeveer 2,5 procent van de bevolking is hoogbegaafd. Uit verschillende onderzoeken naar wonderkinderen blijkt dat hun iq meestal ergens tussen de 120 en de 200+ ligt.

Een begaafd kind heeft een ontwikkelingsvoorsprong, het kan dingen eerder dan zijn leeftijdsgenootjes. Een wonderkind is daar een extreme versie van: het is zo begaafd dat het al voor zijn tiende levensjaar in elk geval op één terrein prestaties levert op het niveau van een goed presterende volwassene. Onderzoeken laten zien dat wonderkinderen echter niet per se hoogbegaafd hoeven te zijn. Hoewel voor sommige talenten cognitieve vaardigheden belangrijk zijn, zoals bij schaken, gaat bijvoorbeeld muzikaliteit of schildertalent niet altijd samen met een hoog iq.

Waaraan kun je een supergetalenteerd kind herkennen? Vroeg praten en lezen zijn misschien wel de beste voorspellers van begaafdheid, volgens ontwikkelingspsychologe Ellen Winner, onderzoeker aan Harvard en de universiteit van Boston. Uit een onderzoek bleek bijvoorbeeld dat kinderen met een iq van 160 en hoger gemiddeld hun eerste betekenisvolle woord (meer dan ‘mama’ en ‘papa’) spraken toen ze bijna negen maanden oud waren. Uit een ander onderzoek bleek dat 80 procent van de kinderen met een iq van 180 al kon lezen toen ze vier jaar oud waren. Er zijn altijd extremen binnen de extremen. Een voorbeeldje uit de wetenschappelijke literatuur spreekt van een acht maanden oude baby die ‘kleine jongen’ riep, toen hij zijn eigen schaduw op de muur zag. De baby sprak in zinnen toen hij elf maanden was.

Verbale vaardigheden zijn echter lang niet altijd een goede voorspeller van genialiteit: men dacht aanvankelijk dat Einstein zwakbegaafd was omdat hij nog nauwelijks kon praten toen hij drie jaar oud was. En soms maken hoogbegaafden juist sprongen in hun ontwikkeling; het blijft lang stil, maar dan opeens kunnen ze het, zonder te hebben geoefend zoals anderen.

Begaafde kinderen gaan sneller vooruit dan andere kinderen. Ze leren ook anders. Vaak leren ze zichzelf dingen aan, ze vinden zelf regels uit en bedenken nieuwe, creatieve manieren om problemen op te lossen. Eleonoor van Gerven, hoofdredacteur van het tijdschrift Talent, geeft scholen advies in het omgaan met hoogbegaafde kinderen. ‘Leren is voor hoogbegaafde kinderen hetzelfde als het al kunnen, maar het toevallig nog nooit eerder gedaan hebben. Alles wat deze kinderen aanraken, verandert in goud. Ze zouden in principe overal goed in kunnen worden.’

Uitzonderlijk begaafde kinderen lopen ook motorisch gezien voor op hun leeftijdsgenootjes. Lopen, staan, fijne motoriek: begaafde kinderen zijn er allemaal eerder mee en beter in. Een extreem voorbeeld is Emma. Ze begon – op eigen aandringen – met paardrijlessen toen ze 14 maanden was. Vier maanden later won ze de tweede prijs in een wedstrijd tegen kinderen tussen de drie en zeven jaar oud.

Begaafde kinderen zijn snel van begrip, hebben vaak een goed gevoel voor humor, een onstilbare nieuwsgierigheid en daarbij behorend explorerend gedrag (zoals experimenteren en vragen stellen). Ook hebben ze een uitzonderlijk goed geheugen. Zo kende het schaakwondertje Magnus Carlsen op zijn vijfde bijvoorbeeld van alle landen de oppervlaktes, inwoneraantallen, vlaggen en hoofdsteden uit zijn hoofd.

Er zijn begaafde kinderen die op heel veel terreinen vroegrijp zijn, maar hun ‘voorlijkheid’ kan zich ook op een specifiek domein openbaren, aldus Ellen Winner. Zoals bij Jennifer Capriati, die al als 14-jarige in de halve finale van Roland Garros stond.

Succesfactoren

De Canadese onderzoeker Françoys Gagné bedacht een model dat de ontwikkeling van supertalentjes in kaart brengt. Alles begint volgens Gagné met de aangeboren mogelijkheden van een kind. Maar of een talentje daadwerkelijk uitgroeit tot een wonderkind, wordt bepaald door andere eigenschappen: motivatie, doorzettingsvermogen, concentratievermogen en doelbewustheid. De persoonlijkheid van het kind is heel belangrijk. Kan het zich makkelijk aanpassen, heeft het zelfvertrouwen, zijn er psychische problemen die een talent in de weg staan of juist faciliteren? Lichamelijke handicaps?

Naast allerlei persoonlijke eigenschappen is ook een flinke portie geluk van belang, stelt Françoys Gagné. Al is het maar het geluk op te groeien in een milieu dat stimuleert: een muzikaal genie zal zijn talent moeilijk kunnen ontplooien als het nooit een instrument in handen krijgt, omdat daar geen geld voor is. En soms zijn toevallige gebeurtenissen en ontmoetingen heel bepalend in het ontwikkelingsproces. De gouden combinatie van aangeboren talent, persoonlijkheid, motivatie, de juiste omstandigheden en hier en daar wat geluk, maakt dat een jong talentje kan uitgroeien tot een wonderkind.

Met uitzonderlijk getalenteerde kinderen is toch meestal ook wel iets mis, wil het vooroordeel. Klopt dat? De eerste uitgebreide studie naar begaafdheid werd gedaan door de Amerikaanse psycholoog Lewis Terman. Hij rekruteerde in 1921 vijftienhonderd jonge kinderen met een gemiddeld iq van 151 en volgde ze door de jaren heen. In 1996 werden de laatste vragenlijsten verstuurd, die nog door 264 mensen werden teruggestuurd. Een van de opvallendste resultaten uit dit levenswerk is dat hoogbegaafde kinderen niet alleen buitengewoon intelligent zijn, maar ook lichamelijk en sociaal zeer goed ontwikkeld. Het vooroordeel dat superslimme kinderen op andere terreinen achterlopen, klopt dus niet.

Lianne Hoogeveen van het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek: ‘De groep hoogbegaafden met een andere stoornis, zoals adhd of autisme, is klein. Kinderen die cognitief hoogbegaafd zijn, zijn meestal ook sociaal hoogbegaafd.

Begaafde kinderen zijn wel afwijkend van de norm. Ze hebben een andere manier van reageren doordat ze voorlopen. Een normale kleuter pakt iets af van een ander kind, een hoogbegaafde kleuter vraagt: “Mag ik over vijf minuten?— Dat wordt dus niet begrepen. Een kleuter die boeken leest waar zijn leeftijdsgenoten pas jaren later aan toe zijn, krijgt een andere belevingswereld. Omdat ze geen aansluiting vinden bij andere kinderen, kunnen ze zich gaan terugtrekken.

Jongetjes worden uit frustratie vaak lastig voor hun omgeving, meisjes maken het zichzelf lastig: ze proberen zich aan te passen, trekken zich terug en worden ongelukkig. Gedrag dat de omgeving interpreteert als autistisch of asociaal, kan in werkelijkheid voortkomen uit verveling en zich onbegrepen voelen.’

Het wonderkind als volwassene
Begaafdheid als kind biedt geen garantie op succes in het latere leven. De meeste proefpersonen uit het onderzoek van Terman werden gerespecteerde professionals, maar er zat niet één creatief genie tussen. Psychologen ontdekten dat maatschappelijk succes niet werd bepaald door de hoeveelheid talent, maar in veel sterkere mate door motivatie, zelfvertrouwen, doorzettingsvermogen en de steun van school en ouders.

Veel begaafde kinderen komen in een crisis in hun puberteit. Als jongvolwassenen moeten ze de stap zetten van technische perfectie naar creativiteit. Alleen wonderkinderen die zichzelf kunnen vernieuwen, zullen hun status kunnen behouden als ze volwassen zijn, zegt deskundige Ellen Winner. Een kind dat Mozart net zo goed speelt als haar leraar, roept verbazing en bewondering op. Maar als dit kind op zijn twintigste niets nieuws heeft toegevoegd – geen dieper begrip laat zien of nieuwe interpretatie kan geven – dan verliezen we onze interesse.

De vaardigheid van een wonderkind is namelijk niet dezelfde als die van een creatief genie. Een extreem begaafd kind krijgt supersnel en gemakkelijk een terrein onder de knie. Maar een schepper is iemand die het terrein verandert. Uit een onderzoek naar zeven creatieve genieën bleek dat een bepaalde spanning nodig is om boven de wonderkindstatus uit te groeien. Een genie is rusteloos, rebels en niet tevreden met de status-quo. Hij bezit talent dat net iets afwijkt van wat er maatschappelijk gewaardeerd wordt. Mozart deed als wonderkind precies wat het establishment prachtig vond, maar omdat hij later stukken componeerde die conventies doorbraken en die men destijds schokkend vond, vinden wij hem een genie.

Creatieve genieën hebben vaker dan gemiddeld een ongelukkige jeugd gehad. Emotionele problemen in het gezin, financiële problemen en tragische gebeurtenissen komen vaker voor bij zowel wetenschappelijke als literaire en kunstzinnige toppers. Begaafde leiders en beroemde ‘scheppers’ verloren bijvoorbeeld opvallend vaak een of beide ouders toen ze nog jong waren. Hoewel begaafdheid dus juist eerder voorkomt in stabiele gezinnen en hogere sociale klassen, lijkt genialiteit, met name in creatieve beroepen, juist gestimuleerd door een minder gelukkige achtergrond.

Dat kan een aantal redenen hebben. Traumatische gebeurtenissen kunnen ervoor zorgen dat kinderen minder geneigd zijn ‘standaard’ te denken, en zich te conformeren aan sociale normen en verwachtingen. Ten tweede zou het bereiken van roem, status en rijkdom een middel kunnen zijn om de emotionele littekens te compenseren. En ten derde zouden traumatische ervaringen het kind kunnen harden en daardoor bestand maken tegen tegenslagen en teleurstellingen. Een kind dat gewend is met nare situaties om te gaan, blijft misschien een vechter.

En juist doorzettingsvermogen bepaalt of een supertalentje als volwassene de top zal bereiken. Er zijn vele verhalen van superslimme kindjes die op de middelbare school of op de universiteit opeens niets meer presteren. Lianne Hoogeveen van het Centrum voor begaafdheidsonderzoek: ‘Een begaafd kind is gewend dat alles vanzelf gaat. Maar als je nog nooit Frans hebt gehoord, dan kun je geen Frans. Er komt een punt dat ook een hoogbegaafd kind iets moet doen.’ Onderwijsadviseur Van Gerven: ‘Als je altijd beneden je niveau hebt moeten presteren, neemt de motivatie af. Hoogbegaafde kinderen worden heel vaak gedwongen op hun hurken te lopen. Dan kunnen ze eindelijk naar de universiteit, en denken: “Nu gaat het gebeuren,— en dan zien ze tijdens het college dat de professor de stof zelf niet eens goed heeft begrepen. Die permanente teleurstelling maakt dat zeer getalenteerde mensen soms helemaal afhaken.’

Volgens Van Gerven kiezen veel begaafde kinderen er zelf voor om – soms tijdelijk – een stap terug te doen. ‘In de puberteit worden andere dingen ook belangrijk. Als je altijd voorloopt, loop je ook veel alleen. Veel kinderen kiezen er op een gegeven moment voor om wat minder hard te lopen, maar daardoor ook minder alleen te lopen.’

Floor Sietsma (13) uit Amstelveen is de jongste Nederlandse studente in de geschiedenis. Ze begon op haar twaalfde met wiskunde én informatica aan de Universiteit van Amsterdam. Op school was ze diep ongelukkig: ze verveelde zich ‘kapot’ en ze werd gepest. Floor is licht autistisch. Spelen met andere kinderen vind ze ‘echt stom’. Op de universiteit is ze eindelijk op haar plek. Haar IQ ligt boven de 156 (hoger gaan de Europese tests niet). Als ze op haar zestiende twee studies heeft afgerond, wil ze misschien eerst op wereldreis. ‘Lekker op vakantie met een hele berg wiskundepuzzels.’

Remy van Kesteren (15) begon op zijn zesde met harpspelen. Op zijn tiende werd hij aangenomen op de jong talent-afdeling van het Utrechtse conservatorium. Hij won diverse prijzen, en speelde in de New Yorkse Carnegie Hall en bij de doop van prinses Amalia. Nu zit hij in de vierde klas van het gymnasium.

Hoe ben je begonnen?
‘Toen ik vijf was, werd ik verliefd op de klank en de vorm van de harp. Ik wist meteen dat dat was wat ik wilde. Toen ik uitgeleerd was op de muziekschool, heeft mijn docente me doorgestuurd naar het conservatorium.’

Wanneer besefte je dat je een groot talent hebt?
‘Talent, talent… Ik vind niet dat ik een groot talent heb. Ik heb het geluk dat het wel goed gaat. Maar ik heb niet het idee dat ik geniaal ben of zo.’

Heb je nog andere talenten?
‘Nou ja, talenten, ik doe wel veel naast school. Ik organiseer feesten, schrijf voor de schoolkrant, doe leerlingbegeleiding. Ik deed ook stijldansen en capoeira, dat ging ook allemaal wel goed. O ja, en ik ben samen met een vriend bezig met een boek. Over het communisme. Het is wel wat complex hoor, het gaat heel ver.’

Hoe zie je de toekomst?
‘Een heel goede Russische harpiste zei laatst tegen me dat het erg mooi was wat ik deed. Dat ik zeg maar gebakken zou zitten… als ik wat minder lui zou zijn. Dat was echt een omslag. Ik studeer nu drie uur per dag. Ik wil er echt mijn toekomst van maken.’

www.psychologiemagazine.nl




zaterdag 19 oktober 2013

Gevoelig hoogbegaafd

Door middel van de praktijkverhalen in Gevoelig hoogbegaafd geeft de auteur meer inzicht in hoe volwassenen een betere begeleiding kunnen geven aan gevoelig hoogbegaafde kinderen. Om deze verhalen te ondersteunen, is gebruikgemaakt van de kennis van onderzoekers op het gebied van hoogbegaafdheid en hoogsensitiviteit.

Vaak ontstaan de vragen, twijfels en worstelingen van hoogbegaafde kinderen niet alleen vanuit een hoog IQ. Ze komen ook vanuit hun gevoeligheid, vanuit een verhoogd bewustzijn. Hoogbegaafde kinderen nemen meer waar. Alle intense ervaringen die hoogbegaafde kinderen en volwassenen iedere dag weer opdoen, hebben een plek nodig, moeten verwerkt worden. Hiervoor zijn vertrouwen en zelfreflectie nodig. Wanneer hoogbegaafde kinderen en volwassenen zichzelf beter leren begrijpen, krijgen ze meer grip op hun leven en kunnen ze een gelukkiger leven gaan leiden.

Rineke Derksen leidt samen met Martin Snijders een advies- en begeleidingsbureau gespecialiseerd in hoogbegaafdheid (GelukkigHB). Ze coacht dagelijks hoogbegaafde kinderen en volwassenen. Daarnaast begeleidt ze groepen hoogbegaafde kinderen en traint ze diverse schoolteams, hulpverleners en professionals die met deze kinderen werken. Rineke leidt professionals op om GelukkigHB-groepen op te zetten en te begeleiden in hun eigen omgeving. Ze legt in haar begeleiding de nadruk op het welzijn van hoogbegaafde mensen, zodat zij stabiel en gelukkig kunnen leven ondanks en dankzij hoogbegaafdheid.

Eerder verschenen van haar hand de boeken Gelukkig hoogbegaafd (inmiddels derde druk) en Slimme Rick.



vrijdag 18 oktober 2013

Meer nodig voor hoogbegaafden

Initiatieven voor hoogbegaafdenonderwijs schoten de afgelopen vier jaar als paddenstoelen uit de grond in Alphen a/d Rijn. Kinderen en jongeren kunnen zowel op basisscholen als op middelbare scholen terecht. Maar vooral in het voortgezet onderwijs is nog wat te winnen, vindt Yvonne van der Geest, directeur van basisschool het Vianova.

,,Eigenlijk zou elke middelbare school iets moeten bieden voor deze groep'', vindt zij. ,,Nu is er nog niet genoeg. Voor leerlingen in de onderlaag wordt al jaren geld vrij gemaakt, gelukkig is er de laatste tijd ook aandacht voor hoogbegaafde kinderen.''

Op het Vianova zitten 270 leerlingen, van wie er zeventig een IQ hebben van 130 of hoger. Deze zeer intelligente kinderen zitten in aparte klassen en krijgen 'onderwijs op maat'. ,,Mensen die hoogbegaafd zijn, moeten leren leren'', legt Van der Geest uit. ,,Ze zijn gewend dat ze alles in één keer weten en hoeven in het reguliere onderwijs vaak niet te leren. Het is belangrijk om hen uit te blijven dagen, omdat deze groep anders interesse verliest en later mogelijk stopt met een opleiding.''

Drie van de vier Alphense middelbare scholen hebben een vwo-afdeling. Het Groene Hart Lyceum heeft een Brainpowerklas. Die is niet specifiek voor hoogbegaafden, maar voor kinderen die 'een stevig vwo-advies' krijgen en breed geïnteresseerd zijn. Het Scala College plaatst hoogbegaafde leerlingen in het tweetalig VWO. Er is een begeleider voor deze kinderen, en leraren krijgen bijscholing. Het Ashram College is samen met het basisonderwijs de mogelijkheden aan het verkennen om 'maatwerk voor hoogbegaafde leerlingen' te bieden.

Bron: leidschdagblad.nl




vrijdag 27 september 2013

Hoogbegaafde pubers

onderweg naar hun toekomst

Een sterk rechtvaardigheidsgevoel, hoge eisen stellen aan jezelf, niet weten hoe je moet studeren, twijfelen over een vervolgstudie, je anders voelen dan anderen ...

In dit boek komen hoogbegaafde jongeren aan het woord. Ze vertellen over hun leven thuis en op school, hun ervaringen met of juist zonder vrienden, hun idealen en dromen. In elf hoofdstukken willen de auteurs hoogbegaafde jongeren (in de tienerleeftijd) en hun ouders bereiken met ervaringen en informatie. Deze verhalen kunnen daarnaast ook voor leraren, psychologen en artsen van grote waarde zijn, waardoor zij in hun werk deze jongeren (eerder) herkennen en beter met hen kunnen omgaan.

De auteurs, Janneke Breedijk, leerkracht en Specialist in Gifted Education, en Noks Nauta, bedrijfsarts, psycholoog en deskundig op het gebied van hoogbegaafde volwassenen, verzamelden gegevens op basis van interviews en vulden de verkregen informatie aan met professionele en persoonlijke ervaringen. Ze hopen dat jongeren door het lezen over de verschillende personages meer inzicht in zichzelf zullen krijgen en op basis daarvan de weg vinden naar een succesvol en gelukkig leven als hoogbegaafde volwassene.

Hoogbegaafde pubers, onderweg naar hun toekomst is een wegwijzer op het pad dat iedere jongere zelf moet vinden.



woensdag 25 september 2013

Hoogbegaafde kinderen opvoeden

praktische gids voor de sociaal-emotionele begeleiding van hoogbegaafde kinderen en jongeren

Veel hoogbegaafde kinderen voelen zich vanaf de vroege kleuterjaren niet in hun sas. Het sterke contrast tussen hun heel snelle cognitieve ontwikkeling en de andere ontwikkelingsaspecten, is vaak een bron van irritatie en onzekerheid. Op zulke momenten hebben deze kinderen iemand nodig die hen begrijpt en vooral iemand die om hen geeft. Het spreekt voor zich dat ouders, maar ook leerkrachten, in deze jaren een cruciale rol spelen. Het is precies in deze vroege jaren dat bepaalde gedragspatronen zich inslijpen tot blijvende gewoontes. Daarom is het zo belangrijk dat volwassenen vroeg starten met een specifieke begeleiding voor deze kinderen en dit het liefst vòòr de leeftijd van 4 à 5 jaar.

Dit boek wil de lezer wegwijs maken in deze bijzondere behoeften aan begeleiding. Het bevat honderden tips over wat best wel te doen en wat liever niet te doen bij het begeleiden van hoogbegaafde kinderen en jongeren.

Begrip en steun van volwassenen geeft niet enkel richting aan de ontwikkeling van het kind, maar reikt vooral modellen van sterkte aan, waarop het kind nadien kan terugvallen.

Over de auteur(s):

Carl D'hondt, orthopedagoog, is voorzitter van BEKINA (Begaafde Kinderen en Adolescenten).

Hilde Van Rossen, psychologe, is coördinator van de opleiding Bachelor in de Toegepaste Psychologie aan de Katholieke Hogeschool Zuid- West- Vlaanderen.



maandag 23 september 2013

Hoogbegaafde Ian (16) is de jongste Vlaamse student

Vandaag begint voor veel studenten het nieuwe academiejaar. Voor Ian Van der Wild een extra speciale dag, want hij mag zich met 16 jaar de jongste student van Vlaanderen noemen, schrijft Het Belang van Limburg. Ian schreef zich in voor de bachelor Informatica aan de Universiteit van Antwerpen.

Ook Jessica Rosenblum trekt op 16-jarige leeftijd naar de Universiteit van Antwerpen, maar Ian is nog 106 dagen jonger en krijgt daarom de titel van jongste student. Jessica begint na het geslaagde ingangsexamen aan de opleiding geneeskunde.

Zowel Ian als Jessica kregen al op vroege leeftijd te horen dat ze hoogbegaafd waren. "Bij mij hebben ze als kleuter een intelligentietest gedaan, vertelt Ian. "Daaruit bleek dat ik eigenlijk meteen naar het derde leerjaar mocht overstappen, maar dat vonden mijn ouders toch geen goed idee. Daarom ben ik naar de derde kleuterklas gegaan waar ik heb leren lezen en schrijven. Daarna heb ik wel het eerste en tweede leerjaar overgeslagen."

De Universiteit van Antwerpen mag vandaag dus meteen twee hoogbegaafde studenten verwelkomen.

demorgen.be





zaterdag 21 september 2013

Is het voor een cijfer?

motivatie in het onderwijs van containerbegrip naar hanteerbaar concept

Is het voor een cijfer? geeft het antwoord op de vraag die alle onderwijskundigen tot nu toe niet konden beantwoorden: wat motiveert een kind op school? Aan de hand van de laatste wetenschappelijke inzichten op het gebied van geluk, motivatie en presteren wordt in een prettig leesbare tekst met praktische voorbeelden gedemonstreerd hoe kinderen op school weer gemotiveerd kunnen raken en het beste uit zichzelf kunnen halen. Het einde van de zesjescultuur is in zicht!

Als bijna-dropout op school vond Tijl Koenderink (*1981) toch het juiste spoor om zowel zijn gymnasiumdiploma te halen als met extra buitenschoolse activiteiten bezig te zijn. Als trainer heeft hij honderden scholen bezocht om leerkrachten te trainen en best practices te verzamelen van de beste leraren van Nederland. Dit boek bevat de vruchten van al deze inspanningen.

Roland Louwerse (1970) is classicus en schrijver, en sinds 1995 als docent klassieke talen werkzaam in Den Haag en Rijswijk. Sinds 2011 is hij als trainer en senior adviseur VO verbonden aan Novilo. Met Tijl Koenderink schreef hij eerder het handboek De 7 uitdagingen in het onderwijs aan hoogbegaafde kinderen.



De 7 uitdagingen / deel Een praktisch handboek voor leerkrachten in het bo en vo

de 7 uitdagingen in het onderwijs aan hoogbegaafde kinderen

Tijl Koenderink (*1981) heeft als 'ervaringsdeskundige' 3 middelbare scholen versleten voordat hij na 8 jaar ploeteren zijn gymnasiumdiploma haalde met een 2,7 voor wiskunde.

Een hoog IQ, maar toch constant vastlopend met de vraag 'Hoe moet je nu leren?' Na een reis door honderden boeken en na talloze gesprekken met leerkrachten, leerlingen, goeroes en coaches verspreid over drie continenten, kwam hij tot de conclusie: Er is een antwoord op die vraag!

Wat dit antwoord is, kunt u nu lezen in dit vlotgeschreven en overzichtelijke handboek. Een absolute aanrader voor iedereen die werkt met getalenteerde kinderen.



Eerste Onderwijsconferentie voor docenten en hoogbegaafde leerlingen

Leiden - Bureau Talent bestaat 5 jaar en dat wordt gevierd met een Lustrumconferentie op 29 oktober in Het Leidse Volkshuis in Leiden. Een bijzondere conferentie want deze is mét de leerlingen. Daarnaast komt Mariska Poelman van het (ook jarige) CBO (Centrum voor Begaafdheidsonderzoek aan de Universiteit Nijmegen) in haar keynote voor vertellen over de uitkomsten van het onderzoek naar Hoogbegaafdheid bij allochtone en autochtone leerlingen.

Na de keynote volgt een gevarieerd workshop-programma dat samen of apart door docenten en leerlingen gevolgd kan worden: van perfectionisme, autisme en faalangst in combinatie met hoogbegaafdheid tot de publieke dimensie van wetenschap en zwarte gaten! De dag wordt afgesloten met een leerlingen- en docentenforum over de ideale school. Ellen Sinot, mede-auteur van IQ te koop!, zal hierbij aanwezig zijn als ervaringsdeskundige hoogbegaafde leerling/student.

De dag duurt van 13.30 tot 18.00 uur. 
Locatie: Het Leidse Volkshuis, Apothekersdijk 33a, in Leiden.
Kosten: € 135 per docent; € 67,50 per leerling
Aanmelden: tot uiterlijk 26 september 2013

Voor meer informatie en het aanmeldingsformulier zie: 





Column: Waarom ik niet naar school ga

Spitsnieuws 4 sept. 2013

Beste Sander Dekker,

Hulde voor de brief die u als Staatssecretaris van Onderwijs maandag in De Volkskrant plaatste. U schrijft te zijn geschrokken van het gebrek aan adequate scholing voor getalenteerde leerlingen en dat we af moeten van het middelmatige onderwijs. Fijn dat u inziet dat het Nederlandse onderwijssysteem best wel kut (Kwalitatief Uitermate Teleurstellend) is. Maar met een beetje extra investeren in scholing van die verveelde docenten die tegen een zenuwinzinking aanhangen - zoals u voorstelt gooi je niet een ziek systeem om. Omdat u ons oproept mee te denken en ik tot de groep zogenaamde talenten behoor die u beschrijft,voel ik me geroepen met u te delen waarom ik als gefrustreerde leerling denk dat het probleem dieper ligt dan u denkt.

Toen ik aan mijn middelbare schoolcarrière begon met de ’perfecte’Citoscore van 550 en een IQ van 153 (na een paar jaar verveeld blowen op het schoolplein zal dat nu wel iets zijn geslonken;voel u namens het kabinet vooral verantwoordelijk) pakte ik enthousiast elke uitdaging aan die ik tegenkwam. Tweetalig VWO, voorzitter worden van de leerlingenraad en extra evenementen organiseren: zolang ik ergens voor kon rennen, was ik erbij.

Daar was ook ruimte voor, totdat de toen zogeheten ’Tweede Fase’ inging.Opeens moest er fabrieksmatig geleerd worden en zolang er competenties aangekruist werden, interesseerde het niemand wat je in al die vrije computer-uurtjes deed. De verveling sloeg toe en motivatie kon ik nauwelijks meer opbrengen. Maar wat mij - en vele anderen, want cijfers wijzen erop dat wel 80% van de hoogbegaafde jongeren láger dan met een VWO-diploma eindigt - uiteindelijk nekte, was de systeemmatige verplichting in denkwijze: niet alleen wát we moesten leren,maar vooral hóe werd van bovenaf opgelegd. Elke ongebruikte website en onbenullige denkstap moest - desnoods achteraf voor de vorm - worden vastgelegd, wat natuurlijk niet werkt omdat slimme mensen niet simpelweg sneller nadenken dan de gemiddelden, maar vooral ánders.

Daarbij worden onze ambities in het huidige systeem niet alleen niet uitgedaagd, maar zelfs tegengewerkt. Twee keer heeft een schoolleider me voor de keuze gesteld: VWO óf schrijven voor NRC Handelsblad, HBO Mediamanagement òf een interne opleiding bij BNN. Beide keren heb ik gekozen voor schorsing. Gelukkig, want daardoor heb ik nu de vrijheid mijn talenten betaald te ontwikkelen en benutten zonder tegengewerkt te worden door kapotgedicteerde schoolsystemen. En daar zit het echte probleem: Nederland is een cultuur van koppen afhakken die boven het maaiveld uitsteken. Een cultuur waarin meer sympathie is voor de sukkels dan voor de strebers.

Zolang we Barbie lof toedichten maar Ivo Niehe kapotmaken en criminelen meer nazorg geven dan slachtoffers, zie ik in het onderwijs al helemaal niks veranderen. Maar dat is slechts mijn ongeschoolde mening. Als je nog vragen hebt, kom vooral een keertje langs. Ik ga toch niet naar school.

Liefs, Een schooluitvaller




vrijdag 1 februari 2013

Klokhuis Hoogbegaafd

Er zijn in ons land veertigduizend hoogbegaafde kinderen. Bart gaat naar een speciale school voor hoogbegaafden. Hij vraagt aan de leerlingen hoe ze het op deze school vinden en hoe het is om hoogbegaafd te zijn. Met een intelligentie-test is je IQ te meten. Maar wat is IQ? En hoe werkt zo'n test en boven welk IQ-cijfer ben je dan hoogbegaafd?

Bron: NPS





maandag 28 januari 2013

Ongeleide projectielen op koers – Werken en leven met hoogbegaafdheid

Je bent slim en je wilt wat met je leven. Waarom lukt dit niet?
Waarom snappen mensen je niet en erger jij je zo aan je collega's?


Leven en werken met hoge intelligentie is niet altijd even eenvoudig. Niet voor hoogbegaafden zelf, maar ook niet voor hun omgeving. Hoogbegaafden in hun kracht zijn originele, creatieve, vitale, gedreven en constructieve medewerkers. Zij zijn van grote waarde in hun werk en in de samenleving.

Maar niet alle hoogbegaafden slagen erin deze talenten zichtbaar te maken. Ze raken uit balans en komen terecht in hun valkuilen. Een in aanleg krachtige persoonlijkheid zonder duidelijke koers, roept in zijn of haar omgeving het beeld op van een ongeleid projectiel. Niet aan te sturen, niet mee samen te werken, niet mee te communiceren, een betweter, asociaal, ongrijpbaar. Bij collega's en leidinggevenden (en ook bij partners en vrienden) roept dit gedrag niet alleen veel irritatie op, maar ook angst en onzekerheid. Talenten worden niet meer gezien en zo is de cirkel rond. Hoogbegaafden zelf raken hierdoor hun levensrichting kwijt en verpieteren.

Dit boek geeft elf voorbeelden van hoogbegaafde volwassenen die hun eigen weg zoeken nadat zij uit de koers zijn geraakt. Vaak was er een prikkel vanuit hun omgeving nodig om die zoektocht te starten.

De auteurs, Noks Nauta, bedrijfsarts en psycholoog, en Sieuwke Ronner, psycholoog, kennen de genoemde voorbeelden vanuit hun professionele en persoonlijke ervaringen. Zij bieden, naast de voor vele hoogbegaafden herkenbare en soms humoristische verhalen, concrete handvatten om richting te geven aan talenten. Talenten die je als hoogbegaafde al in huis hebt, maar die er om welke reden dan ook niet uit komen.

Ook leidinggevenden, bedrijfs- en verzekeringsartsen, psychologen, loopbaanadviseurs, P&O'ers en anderen die met hoogbegaafde werknemers te maken hebben, kunnen met dit boek hun voordeel doen. Talent kan zo herkend en erkend worden en daarmee tot grote bloei komen!



maandag 21 januari 2013

Passend onderwijs voor begaafde leerlingen

'Passend onderwijs voor begaafde leerlingen' is de opvolger van het succesvolle boek 'Professioneel omgaan met hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs'. In dit boek gaan de auteurs uit van de alledaagse onderwijspraktijk in het reguliere basisonderwijs waarin leraren gedifferentieerd onderwijs bieden maar tevens grenzen ervaren van wat redelijkerwijs haalbaar is in hun eigen groep. De auteurs benaderen onderwijs aan begaafde leerlingen vanuit een oplossingsgericht perspectief en zien begaafde leerlingen daarom niet als zorgenkinderen maar als kansleerlingen.

In negen hoofdstukken komen alle facetten van het omgaan met begaafde leerlingen op de reguliere basisschool aan de orde. Het boek is opgedeeld in drie delen.

Deel 1: Verkenning
* Wat is begaafdheid?
* Herkennen van kenmerken van begaafdheid
* Van educatieve behoefte naar een handelingsplan

Deel 2: Interventies
* Slimme kleuters
* Vervroegde doorstroming
* Compacting van de reguliere leerstof
* Verrijkingsonderwijs in groep 3-8

Deel 3: Speciaal
* Onderpresteren
* Begaafd maar wel moeite met leren

'Passend onderwijs voor begaafde leerlingen' biedt pedagogiek- en didactiekdocenten een breed kennisraamwerk om aan hun studenten over te dragen. Het haakt aan bij moderne onderwijsontwikkelingen en is zeer praktijkgericht. Het boek biedt door een inhoudelijk basisprogramma een stapsgewijze begeleiding voor (aspirant-)leraren. Uitgelegd wordt hoe leerkrachten voor hun begaafde leerlingen vanuit een inclusief perspectief de leerlingbegeleiding kunnen oppakken. Het boek is heel geschikt als cursusboek voor een module begaafdheidsonderwijs in het paboprogramma en kan tevens gebruikt worden voor nascholingsprojecten over begaafdheid in korte trainingen.




vrijdag 18 januari 2013

Onderzoek werkbeleving van hoogbegaafden door Universiteit van Utrecht

Voor het eerst zijn er nu kwantitatieve gegevens beschikbaar over de werkbeleving van hoogbegaafde volwassenen! In het kader van een onderzoek naar werkbeleving vanuit de Universiteit van Utrecht (Sociale en Organisatie Psychologie o.l.v. prof dr Toon Taris) is in 2012 ook een groep hoogbegaafden onderzocht (onderzoeker mw drs G. Reijseger). De eerste vragenlijst is afgenomen in april/mei 2012. De respons was met meer dan 1250 hoogbegaafde deelnemers overweldigend. De tweede vragenlijst zal naar verwachting in februari/ maart 2013 worden afgenomen bij dezelfde mensen.

De eerste resultaten laten zien dat hoogbegaafde werkenden een heel positief beeld afgeven van hun werkbeleving. Zij hebben het gevoel goed aan te sluiten bij hun organisatie en hun werk, ervaren weinig conflict tussen werk en privé, zijn bevlogen en vooral niet enorm gestrest en/of verveeld, en kunnen prima voldoen aan hun taakeisen.

Opvallend is wel een aantal verschillen tussen hoogbegaafden die (deels) in loondienst werken en zij die als zelfstandigen zonder personeel (ZZP-ers) werken. De laatste groep is veel tevredener over aansluiting/fit met hun werk dan de hoogbegaafden in loondienst.

Gemiddeld genomen is de hoogbegaafde werkende redelijk bevlogen. Hoogbegaafden in loondienst blijken echter beduidend minder bevlogen zijn dan de gemiddelde Nederlandse werknemer. De zelfstandige hoogbegaafde daarentegen is juist meer bevlogen dan de gemiddelde Nederlandse werknemer.

Onder de onderzochte hoogbegaafden wordt burn-out gemiddeld genomen weinig ervaren, maar ze zijn, op de hoogbegaafde ZZP-ers na, wel een stuk cynischer dan de gemiddelde Nederlandse werknemer. Bovendien ervaren hoogbegaafden in loondienst ook meer uitputting op en door het werk. Omdat cynisme en uitputting kernindicatoren zijn van burn-out doet dit vermoeden dat het risico op burn-out onder hoogbegaafde werkenden wel veel hoger ligt dan bij de gemiddelde Nederlandse beroepsbevolking.

Ook potentiële werkgerelateerde verveling onder hoogbegaafde werkenden moet serieus worden genomen, aangezien er onder hen meer sprake is van onderstimulatie op het werk dan bij de gemiddelde Nederlandse werkende: 37% van de hoogbegaafden in dit onderzoek gaf aan te zijn uitgekeken op hun werk.

De resultaten geven mogelijkheden tot verbeteringen, waarmee een win-win situatie kan worden gefaciliteerd voor zowel de hoogbegaafde werkenden als de organisaties die hen in dienst hebben.

Hieronder vindt u het rapport over de resultaten van het eerste deel van het onderzoek.


130107 HB_samenvattendrapportT1DEF_jan2013.pdf (676.5 kB)








woensdag 9 januari 2013

Slim maar...

Help Kinderen Hun Talenten Benutten Door Hun Executieve Functies Te Versterken

Er is niets frusterender dan slimme, getalenteerde kinderen steeds weer te zien worstelen met simpele taken als huiswerk, opruimen of aankleden. Of met het omgaan met teleurstelling of boosheid. Recent onderzoek laat zien dat deze kinderen tekortschieten in executieve functies.

Executieve functies maken het mogelijk om rationele beslissingen te nemen, impulsen onder controle te houden en te kunnen focussen op wat belangrijk is. Verminderde executieve functies leiden tot problemen met doelgericht gedrag. Dat komt voor bij kinderen met ADHD, autisme, leerstoornissen en niet-aangeboren hersenafwijkingen.

In Slim maar … hebben Peg Dawson en Richard Guare baanbrekend onderzoek vertaald naar uiterst praktische adviezen en tips. Met behulp van werkbladen, vragenlijsten en uitgebreide leeftijdsgebonden informatie kunnen ouders en professionals voor elk kind een specifiek en effectief actieplan opstellen.

- Herken de sterke en zwakke punten bij kinderen
- Gebruik activiteiten en spelletjes om specifieke vaardigheden te trainen
- Oefen dagelijkse routines zoals aankleden, huiswerk maken, naar bed gaan
- Leer kinderen strategieën om beter met andere kinderen om te gaan
- Help kinderen zich minder angstig en meer zelfverzekerd te voelen

Peg Dawson is psycholoog aan het Center for Learning and Attention Disorders in Portsmouth, New Hampshire. Richard Guare is neuropsycholoog en directeur van dit Center. Beiden hebben meer dan 30 jaar ervaring met het werken met kinderen met aandachtstekort-, leerstoornissen en gedragsproblemen.



maandag 7 januari 2013

Steunpunt Passend Onderwijs

Het Steunpunt Passend Onderwijs geeft ouders van leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte, zoals chronisch zieke of gehandicapte kinderen of kinderen met leer- en/of gedragsproblemen, informatie over passend onderwijs. Het Steunpunt Passend Onderwijs is een samenwerking tussen Balans, CG-Raad en Platform VG.

Het Steunpunt Passend Onderwijs is onderdeel van 5010, het informatiepunt voor ouders met vragen over onderwijs.



Wat is passend onderwijs? Wat is de stand van zaken rond de Wet passend onderwijs? Hoe zitten de samenwerkingsverbanden in elkaar? Heeft uw kind dyslexie, ADHD, een lichamelijke beperking of is het chronisch ziek en zoekt u een geschikte school?

De wijze waarop onderwijs en ondersteuning op school wordt geregeld voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben verandert ingrijpend met de invoering van passend onderwijs.

Bij het Steunpunt Passend Onderwijs vindt u informatie over de Wet passend onderwijs en de gevolgen hiervan voor uw kind. Ook informeren we u over de laatste ontwikkelingen, tonen we voorbeelden van passend onderwijs in de praktijk en zetten we de belangrijkste documenten op een rij.

Tijdens de openingstijden op werkdagen van 10.00-15.00 uur kunt u bellen of mailen met al uw vragen over passend onderwijs. Zie Steunpunt Passend Onderwijs.