De Amerikaanse professor Howard Gardner definieerde onderstaande acht intelligenties:
- Verbaal-Linguïstische intelligentie (taal: poëzie, spelling, lezen, verhalen)
- Logisch-Mathematische intelligentie (logisch denken, cijfers, experimenteren)
- Visueel-Ruimtelijke intelligentie (tekenen, schilderen, architectuur, vormgeven)
- Muzikaal-Ritmische intelligentie (muziek luisteren, maken, componeren, herkennen)
- Lichamelijk-Kinesthetische intelligentie (lichamelijke inspanning, knutselen, toneel, dans)
- Naturalistische intelligentie (dieren, planten, verzamelen, ordenen, natuurverschijnselen)
- Interpersoonlijke intelligentie (zorgen voor mensen, vrienden, leiding geven)
- Intrapersoonlijke intelligentie (eigen gevoelens, dromen, alleen zijn, fantasieën)
Iedere persoon ontwikkelt zich meestal in een aantal van deze intelligenties sterker dan in de andere. Leerlingen op school zijn dan ook op verschillende manieren 'knap'. Professor Spencer Kagan ontwierp geschikte werkvormen om die intelligenties te kunnen ontwikkelen. Het RPCZ haalde alles naar Nederland en vertaalde de belangrijkste boeken in het Nederlands.
Vanuit Meervoudige intelligentie (MI) vraagt u niet langer: "Hoe knap ben jij?" Maar vraagt u: "Hoe ben jij knap?"
Vanuit Meervoudige intelligentie (MI) vraagt u niet langer: "Hoe knap ben jij?" Maar vraagt u: "Hoe ben jij knap?"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten