zondag 2 oktober 2011

Autisme, wat nu..?: Mindfulness bij Autisme

Niet alleen bij autisme, maar óók bij hoogbegaafdheid...

Autisme, wat nu..?: Mindfulness bij Autisme: Mindfulness is een in oorsprong oosterse aandachtstraining gericht op zelfacceptatie en het met aandacht leven ‘in het moment’. Trainingen m...

Een wonder of een total loss...

De "hype" rond het hoogbegaafde kind of "de skepsis rond hoogbegaafdheid..."
Een artikel van: Andrea Hijmans en Harry van den Tweel, free-lance journalisten. Dit artikel verscheen eerder in Publiek Domein, november/december 1996 en Skepter 9(4), december 1996.


Ons land kent een uitgebreide lobby voor de hoogbegaafde medemens. Hoogbegaafdheid geeft allerlei problemen, zo wordt ons verzekerd. Of leidt al die overdreven aandacht juist tot problemen?
Dat Martin een bijzonder kind is, was van meet af aan duidelijk. Al in de wieg spreidde hij een tomeloze energie ten toon. Later koppelde Martin dat aan een niet te stuiten drang tot slopen: hup, daar klom-ie weer uit zijn box - op zoek naar apparaten, stopcontacten, planten en poezen. En dan dat babbelen van Martin. Net als dat lopen: zo vroeg al, en gelijk ook zo goed. Maar helaas, luisteren, ho maar. 'Martin gaat altijd z'n eigen gang,' zeiden z'n ouders. Met zekere trots. Want ze hadden zelf de diagnose al gesteld: hun Martin was hoogbegaafd. Zo'n twee jaar lang kreeg iedere bezoeker dit te horen. Toen werd Martin, geheel in de lijn der verwachtingen, getest. Z'n intellectuele vermogens bleken niet bovenmodaal. De teleurstelling was groot; plotseling werd de waarde van testen ter discussie gesteld.

zaterdag 1 oktober 2011

Denken aan Zijn: Mindfulness voor Kinderen

Denken aan Zijn: Mindfulness voor Kinderen: Leren surfen op de golven van het leven…. Niet alleen volwassenen piekeren en hebben last van stress, faalangst of een laag zelfbeeld. Ook...

Zo herken je een hoogbegaafd kind...


Kan je kind met negen maanden al lopen en losse woordjes spreken? Misschien is hij wel hoogbegaafd. Al spreken deskundigen op zo’n jonge leeftijd nog van een ontwikkelingsvoorsprong.

‘Mama, je hebt heerlijk gekookt’, zegt je zoontje van 3. Leuk om te horen, maar toch sta je er als ouder raar van te kijken. Kinderen die op latere leeftijd hoogbegaafd blijken te zijn, hadden meestal na hun eerste levensjaar een ontwikkelingsvoorsprong op hun leeftijdsgenoten, legt Wietske Idema uit. Idema is onderzoeker op het gebied van Onderwijs en Jeugd bij Regioplan (www.regioplan.nl) en freelance auteur voor o.a. het tijdschrift Talent (een tijdschrift over hoogbegaafde kinderen). Een kind met een ontwikkelingsvoorsprong loopt op cognitief, spraak- en taaltechnisch en motorisch voor op zijn leeftijdsgenoten.

Hoogbegaafd versus superintelligent
Zo’n 2 tot 3 % van de mensen in Nederland is hoogbegaafd. Maar wanneer ben je eigenlijk hoogbegaafd? Idema: ‘Mensen halen hoogbegaafdheid en hoge intelligentie nogal eens door elkaar. Je bent superintelligent als je  IQ hoger is dan 130. Hoogbegaafdheid behelst meer dan alleen een hoog IQ. Het is een combinatie van drie eigenschappen: een IQ van 130 of hoger, een creatief brein en een flinke dosis doorzettingsvermogen.’

CreativiteitMet een creatief brein wordt niet per se bedoeld dat iemand heel kunstzinnig is, wat wel mogelijk is. Het betekent  ook dat je buiten de geijkte kaders kunt denken. Idema: ‘Je ziet vaak dat hoogbegaafde kinderen heel anders omgaan met vraagstukken dan hun leeftijdsgenootjes. 1 + 1 is niet logischerwijs twee, omdat er twee kralen aan het telraam hangen. Zij bedenken andere manieren om 2 getallen op te tellen. Ze bedenken bovendien wat het nut is van optellen en welke mogelijkheden het nog meer biedt. Ten slotte boren ze andere manieren aan om vraagstukken op te lossen.’

Vastberadenheid
Hoogbegaafdheid hangt ook samen met een enorm doorzettingsvermogen en een onuitputtelijke nieuwsgierigheid. Dat wil zeggen dat een hoogbegaafd kind niet zal rusten tot hij bijvoorbeeld een wiskundig vraagstuk heeft opgelost. Maar dit doorzettingsvermogen kan zich ook uiten in muziek, sport of kunst. De combinatie van een hoge intelligentie, een creatieve manier van denken, nieuwsgierigheid en een groot doorzettingsvermogen scheppen de voorwaarden om ergens enorm in uit te blinken. Idema: ‘Dat wil echter niet zeggen dat een hoogbegaafd kind nergens moeite mee kan hebben. Een kind dat briljant piano kan spelen, hoeft niet per se goed te zijn in biologie.’

OntwikkelingsvoorsprongHoogbegaafde kinderen ontwikkelen zich veel sneller dan hun leeftijdsgenoten. Zelfs bij baby’s zijn er al signalen te herkennen van een ontwikkelingsvoorsprong.  Idema deed hier onlangs onderzoek naar. Volgens haar bestaan er kenmerken bij baby’s die een indicatie geven van hoogbegaafdheid op latere leeftijd. Maar deze geven geen garantie op hoogbegaafdheid, het zijn slechts indicaties. De kenmerken bij baby’s zijn:
  • Zwaarder bij geboorte
  • Groter hoofd
  • Maakt sneller oogcontact
  • Alerter dan andere baby’s. Reageert sneller op de omgeving.
  • Minder slaap nodig hebben dan andere baby’s
  • Beweeglijk
  • Slaat kruipen vaak over
  • Na 8 tot 12 maanden lopen
  • Eigen willetje
  • Op éénjarige leeftijd twee- of driewoordzinnen spreken
PeuterBij peuters is de ontwikkelingsvoorsprong al iets duidelijker te herkennen. Zo is een hoogbegaafde peuter zeer ondernemend, motorisch erg vaardig en zelfstandig. Daarnaast hebben ze een goede ruimtelijke oriëntatie en ontwikkelen ze snel het begrip voor bijvoorbeeld kleuren, cijfers en hoeveelheden. Idema: ‘Hoogbegaafde peuters snappen al hoe een oorzaak-gevolg relatie werkt. Daarom zullen boekjes en tv-series die voor peuters bedoeld zijn, hen snel vervelen of verontwaardigen. Ze zien al in dat iets niet kanen hoe de vork in de steel steekt. Ze hebben een houding van: ‘Vertel me gewoon hoe het in elkaar zit.’

KleuterIn de kleuterperiode is een hoogbegaafd kind erg leergierig, heeft het een brede belangstelling en een goed geheugen. Een kleuter kan bijvoorbeeld een puzzel van 100 stukjes in een half uurtje maken. Idema: ‘Er bestaan natuurlijk nog veel meer kenmerken waarmee je hoogbegaafdheid bij een jong kind kunt herkennen. Dat maakt het ook zo lastig. Het ene hoogbegaafde kind loopt voor op taalgebied, terwijl de ander motorisch al heel vaardig is. Er bestaat al een test op hoogbegaafdheid voor kinderen vanaf 2,5 die een goede indicatie geeft van het ontwikkelingsniveau van het kind op dat moment. Omdat jonge kinderen steeds in ontwikkeling zijn, kan er in een korte tijd veel veranderen. Vanaf de kleutertijd of vanaf het moment dat je kind naar de basisschool gaat, wordt het belangrijk om hoogbegaafdheid bij je kind te herkennen en te erkennen. Dan gaat de ontwikkelingsvoorsprong zijn parten spelen. Een kind gaat zich vergelijken met leeftijdsgenoten. En de lesstof sluit niet aan op het niveau van het kind. Dit kan tot problemen leiden.’

Als je vermoedt dat je kind hoogbegaafd is...


Je kind loopt in alle opzichten voor op zijn leeftijdsgenootjes. Terwijl zijn vriendjes net 3 woorden brabbelen, praat je kind al in volzinnen. Ergens vermoed je dat je kind hoogbegaafd is. Wat moet je met zo’n vermoeden doen?

In de kindertijd spreken deskundigen meestal van een ontwikkelingsvoorsprong in plaats van hoogbegaafdheid. Een kind met een ontwikkelingsvoorsprong loopt op cognitief, spraak- en taaltechnisch en motorisch gebied voor op zijn leeftijdsgenoten. Wietske Idema, onderzoeker op het gebied van Onderwijs en Jeugd bij Regioplan en freelance auteur voor o.a. het tijdschrift Talent (tijdschrift over hoogbegaafde kinderen): ‘Dit verschil wordt pas echt goed duidelijk als je kind naar de kleuterschool of de basisschool gaat. Je komt erachter dat je kind opmerkelijk meer kan en weet dan zijn leeftijdsgenoten. Waarschijnlijk speelt je kind ook liever met oudere kinderen (ontwikkelingsgelijken), waardoor hij moeilijk integreert in zijn eigen groep. Het kind wordt gezien als sociaal moeilijk, omdat het ‘anders’ is dan de rest. ’

Observeren en in de gaten houdenVermoed je dat je kind hoogbegaafd is, dan is het zaak om je kind goed te observeren. Idema: ‘Je observaties zijn niet alleen belangrijk om je vermoeden te versterken, of eventueel af te zwakken. Ze kunnen tevens van pas komen als je te maken krijgt met de peuterleidster of de leerkracht in groep 1 als je een gesprek over je vermoedens aangaat.’

Blijf er niet lang mee lopen
Idema raadt ouders aan niet te lang met hun vermoedens rond te blijven lopen. ‘Tot een jaar of 3 heeft een hoogbegaafd kind het doorgaans nog naar zijn zin op de peuterspeelzaal. Maar daarna gaan zijn ontwikkelingsgelijken al naar de basisschool en hij of zij blijft over met kinderen die op een andere golflengte zitten. Hoogbegaafde kinderen die niet erkend en herkend worden, kunnen veel problemen ondervinden.’

Terug naar bedplassen en krassenZo kan je kind zich gaan aanpassen aan het niveau van zijn leeftijd, om zich niet anders te voelen. Dit betekent automatisch een grote achteruitgang in zijn ontwikkeling. In sommige gevallen gaan kinderen zich afzonderen, weer terug naar krassen in plaats van tekenen en bedplassen. Kinderen kunnen op een hinderlijke manier aandacht gaan vragen, omdat ze zich vervelen. Een leerkracht ziet dit eerder als storend dan als een signaal van ontwikkelingsvoorsprong. Op de lange termijn kan een hoogbegaafd kind zich diep ongelukkig voelen, doordat het altijd onder zijn eigen niveau werkt. Een kind kan gaan onderpresteren, zich terugtrekken in zijn eigen wereld en lui worden.’

OpschepperIdema: ‘Toch zijn veel ouders huiverig om hun vermoedens uit te spreken en naar een leerkracht te gaan. Geen ouder wil overkomen als een opschepper. Of als een bolleboos die zijn kind specialer vindt dan anderen. Maar dit is geen reden om je vermoedens voor je te houden. Een hoogbegaafd kind heeft echt onderwijs op maat nodig. Ieder mens wil zich graag omringen met ontwikkelingsgelijken. Dus ook hoogbegaafde kinderen. Ga daarom dat gesprek met de leerkracht aan en laat je niet gelijk afschepen. Nog niet elke school heeft een beleid op het gebied van hoogbegaafdheid. En niet elke leerkracht of kleuterleidster weet precies wat hoogbegaafdheid inhoudt. Dat een leraar het niet met je eens is, wil dus niet direct zeggen dat je vermoedens ongegrond zijn.’

Testen
De meest eenvoudige manier om je vermoedens te bevestigen of te ontkrachten, is door je kind te laten testen. Dit kan bij het Centrum voor Begaafdheidsonderzoek (CBO) in Nijmegen. Een test geeft geen antwoord op alles, maar het kan wel meer duidelijkheid geven.  Idema: ‘In het geval dat je kind hoogbegaafd is, kun je onderwijs op maat zoeken. Dit kan door je kind een klas over te laten slaan. Onderwijsmateriaal verbreden, verdiepen of verrijken is ook een goede optie. Het CBO of andere instanties kunnen ouders hierbij adviseren en helpen. Ook is het belangrijk dat leerkrachten op de hoogte zijn. En je kind aanmoedigt en waardering geeft. Zo blijft je kleine gemotiveerd. Want dat iemand hoogbegaafd is, wil niet zeggen dat hij of zij niets meer hoeft te leren. Dan staat zijn ontwikkeling stil. Talent kun je ook verliezen als er niets mee gedaan wordt.’

Geen probleem maar een kansHet gesprek met school, het testen en de twijfels kunnen voor ouders en kind een naar en langlopend proces zijn. Hierdoor wordt hoogbegaafdheid soms geproblematiseerd. Idema: ‘Het is zo jammer dat hoogbegaafdheid als een probleem wordt gezien in plaats van een kans. Veel mensen snappen de belevingswereld van een hoogbegaafd kind niet. Daarom concluderen ze maar dat zo’n kind sociaal moeilijk is. Terwijl een hoogbegaafd kind juist enorm veel talent en mogelijkheden heeft.’

Hoogbegaafdheid en Autisme

Bij autisme lijkt er een grote overlapping te zijn met Hoogbegaafdheid. Een hele hoop lijstjes met kenmerken komen op veel punten overeen. De vraag is alleen: “Waardoor ontstaan die 'kenmerken'? ” Komen die daadwerkelijk door eenaangeboren afwijking of komen ze door een vreemd verlopen ontwikkeling. Hoogbegaafde kinderen worden vaak niet begrepen waardoor ze zich dus anders gaan ontwikkelen dan dat ze normaal gedaan zouden hebben. Dit heeft echter niets met autisme te maken.

Overeenkomsten
De overeenkomsten tussen Autisme en Hoogbegaafdheid zijn er velen. Waaronder bijvoorbeeld (als kind) het weinige contact met leeftijdsgenootjes en het willen praten met oudere mensen. Ook zijn mensen met Autisme of Hoogbegaafdheid vaak rustiger en serieuzer dan andere mensen.

Autisten zijn vaak geïnteresseerd in veel details, dan blijven ze de hele tijd over één enkel onderwerp doorvragen omdat ze overal de 'waarom' van willen weten. Ook denken ze vaak na over de kern van zaken en hebben ze veel theorieën over hoe iets in elkaar zou kunnen zitten. Ze kunnen vaak moeilijk over alledaagse dingen praten, terwijl ze veel langer kunnen doorgaan over diepere dingen.

Zowel hoogbegaafden als autisten zijn vaak sterker emotioneel geraakt dan andere mensen en ontwikkelen zich andersom, eerst rationeel en dan emotioneel. Dat betekent dat ze eerst veel gaan denken over dingen als God en de zin van het leven en daarna pas over bv. vriendjes en verkering. Later komt dat vaak wel samen zodat ze rond hun 36e jaar op gelijk niveau met andere mensen zitten.

Ook hebben ze beiden vaak last van verveling, hebben ze meer last van hun eigen problemen (omdat ze daar dieper over nadenken) en zien ze sneller waar dingen fout zijn gelopen.

Verschillen
Maar er zijn ook verschillen te zien tussen een autistisch kind en een hoogbegaafd kind. Allereerst hebben autistische kinderen erg veel moeite met het afwijken van de dagelijkse routine, alle kinderen hebben hier moeite mee maar minder dan een autist. Hoogbegaafden kunnen dit juist makkelijker omdat ze flexibeler zijn.

Het letterlijk nemen van figuurlijk taalgebruik is komt zowel bij autistische kinderen voor als bij hoogbegaafden. Het verschil daartussen is wel dat hoogbegaafden door het letterlijk te nemen, juist laten zien dat ze de dubbelheid snappen. Autistische kinderen snappen die dubbelheid helemaal niet en zullen dus ook oprecht verbaasd opmerken dat een schoen geen neus heeft of een berg geen voet.
Zeer hoge intelligentie en autisme

Er zijn ook echt hoogbegaafde autisten, die hebben vaak een zeer hoog IQ. Soms zelfs hoger dan de testen kunnen meten. Bij hun er een bepaald aspect erg ver ontwikkeld zoals het taal of wiskundig gevoel. De sociale kennis en de sociale vaardigheden blijven vaak ver achter door het autisme. Bij die mensen kan je goed zien dat een combinatie tussen hoogbegaafdheid en autisme mogelijk is. Het is alleen niet gemakkelijk om daarmee te leven. Een hoog IQ is geen garantie voor een goede plaats in de maatschappij.

Omgang met Hoogbegaafde Autisten
Met autisten moet je vooral erg rustig omgaan, het moet in een kamer niet te druk zijn, anders is de autist erg snel afgeleid, dit hangt echter ook af van de mate van het autisme. Ook moeten gewone autisten vaak veel regelmaat hebben in wat ze doen, anders kunnen ze flink in de war raken. Vaak snappen autisten iets na een keer uitleggen niet meteen wat je bedoelt, dan moet je natuurlijk niet boos worden, want autisten worden dan zelf ook boos, en dat kan wel dagen duren voordat dat over is.

Hoogbegaafde Autisten hebben echter wel een iets andere aanpak nodig. Zo hebben hoogbegaafde autisten niet zo'n grote regelmaat nodig als echte "autisten". Het lijkt me wel goed voor hoogbegaafde autisten om hen een rustige omgeving te geven en niet snel boos te worden, want hierdoor kan de hoogbegaafde autist erg van streek raken.

Begaafdheidskenmerken

Het is moeilijk om te spreken over dé eigenschappen van (hoog)begaafde leerlingen, omdat ook deze kinderen uniek zijn. Hun eigenschappen kunnen onderling erg verschillen en soms zelfs tegenovergesteld zijn. Zo is bijvoorbeeld de ene (hoog)begaafde leerling op sociaal gebied erg sterk, terwijl een andere (hoog)begaafde leerling juist erg op zichzelf is gericht. De ene (hoog)begaafde leerling toont zicht bijvoorbeeld erg leergierig, terwijl een andere (hoog)begaafde leerling door een inadequaat onderwijsaanbod het plezier in leren misschien verloren heeft en dit niet (meer) laat zien.

Hieronder staat een overzicht van veel voorkomende eigenschappen, zoals die in de literatuur genoemd worden. Een (hoog)begaafde leerling hoeft niet alle eigenschappen in onderstaand overzicht te bezitten. Het omgekeerde is ook het geval: als iemand één of meerdere van deze gedragsaspecten vertoont, hoeft dit niet automatisch te betekenen dat hij/zij (hoog)begaafd is.

Het is van belang de eigenschappen op het niveau van een individuele leerling in samenhang met elkaar te bekijken. De profielen van Betts & Neihart bieden hiervoor bruikbare aanknopingspunten.

Voor een overzicht van de eigenschappen in de literatuur klikt u hier.


Kenmerken van (hoog)begaafde leerlingen
1.Hoge intelligentie(Hoog)begaafde leerlingen beschikken over hoge intellectuele capaciteiten. Een hoge score op een intelligentietest (IQ > 130) of hoge prestaties op andere test is hiervan een indicatie.
2.Vroege ontwikkeling(Hoog)begaafde leerlingen zijn geestelijk vroegrijp en worden gekenmerkt door een ontwikkelingsvoorsprong. Zij kunnen meestal op vroege leeftijd al lezen, praten, schrijven en hebben een vroege ontwikkeling van getalbegrip. Hierdoor kunnen zij zich gemakkelijk leerstof uit hogere leerjaren eigen maken. Ook stellen zij op jonge leeftijd al levensbeschouwelijke vragen en denken zij al vroeg na over de zin van het leven.
3.Uitblinken op één of meerdere gebiedenEen bijzondere begaafdheid kan tot uitdrukking komen in motorische, sociale, artistieke en intellectuele vaardigheden. Vaak treden deze begaafdheidsvormen gecombineerd op en blinken (hoog)begaafde leerlingen uit in meerdere gebieden, zoals bijvoorbeeld in taal en wiskunde. (Hoog)begaafde leerlingen hebben op taalgebied een grote woordenschat en vertonen een zeer goed en adequaat woordgebruik.
4.Gemakkelijk kunnen leren(Hoog)begaafde leerlingen hebben over het algemeen een zeer goed geheugen en kunnen hierdoor goed informatie onthouden en verwerken. Zij begrijpen nieuwe leerstof dan ook aanzienlijk sneller dan gemiddelde leerlingen en zijn daardoor sneller klaar met opdrachten en huiswerk. Hierdoor hebben zij vaak een leertempo dat beduidend hoger is dan het tempo van de gemiddelde leerling.
5.Goed leggen van (causale) verbanden(Hoog)begaafde leerlingen kunnen gemakkelijk (causale) verbanden leggen en hebben hierover een goed overzicht.
6.Het makkelijk kunnen analyseren van problemen(Hoog)begaafde leerlingen zijn snelle probleemanalyseerders. Zij kunnen snel vaststellen wat de aard van een probleem is. Daarnaast zijn (hoog)begaafde leerlingen vaak vindingrijk in het ontwikkelen van eigen oplossingsmethoden. Dit kan soms problemen opleveren als zij zich een verkeerde oplossingsmethode hebben aangeleerd, omdat zij deze methode moeilijk weer los kunnen laten.
7.Het maken van grote denk-sprongenEen (hoog)begaafde leerling maakt grotere leerstappen en heeft daarom minder tijd nodig.
8.Voorkeur voor abstractie(Hoog)begaafde leerlingen kunnen goed abstract denken. Zij generaliseren gemakkelijker dan hun andere klasgenoten en hebben een goed overzicht van de kennisgehelen. Zij hebben geen behoefte aan concretisering van de lesstof door het gebruik van voorbeelden
9.Hoge mate van zelfstandigheid(Hoog)begaafde leerlingen willen liever niet geholpen worden en geven de voorkeur aan zelfstandig werken. Bij het werken in groepsverband vertoont de (hoog)begaafde leerling veel initiatief en neemt hij/zij vaak de leiding. Bovendien wil de leerling dingen graag op zijn/haar eigen wijze doen, zoals het zelf bedenken van een methode voor het uitrekenen van sommen.
10Brede of juist specifieke interesse / hoge motivatie / veel energieHet is belangrijk dat het onderwerp van de opdracht de leerling interesseert. Bij (hoog)begaafde leerlingen is namelijk het kunnen een voorwaarde, maar het willen van even groot belang. Als het onderwerp aansluit bij de interesse van de leerling, dan is motivatie verzekerd. Er is aangetoond dat talent pas doorzet als de leerlingen plezier beleven aan de (leer)activiteiten. Een kenmerk van (hoog)begaafde leerlingen is dat zij zeer leergierig zijn. Als een onderwerp de leerling interesseert dan pluist hij het onderwerp vaak tot op de bodem uit. Maar het tegenovergestelde geldt ook: als een (hoog)begaafde leerling geen interesse heeft voor een bepaald onderwerp, dan kan hij moeilijk de motivatie opbrengen om zich erin te verdiepen.
11Creatief/origineelIn de opdrachten laten (hoog)begaafde leerlingen vaak zien dat zij originele en creatieve ideeën en/of oplossingen hebben. Zij maken onverwachte zijsprongen en hebben grote verbeeldingskracht.
12Perfectionistisch(Hoog)begaafde leerlingen zijn perfectionistisch aangelegd. Zij houden niet van half werk.
13Apart gevoel voor humor(Hoog)begaafde leerlingen bezitten over het algemeen een apart gevoel voor humor.
14Hoge mate van concentratie(Hoog)begaafde leerlingen kennen een hoge mate van concentratie en hebben daarbij een langere aandachtsspanne dan de gemiddelde leerlingen.
SLO Landelijk informatiepunt (hoog)begaafdheid

Test jezelf op hoogbegaafdheid

Hoogbegaafd zijn kan leuk zijn of vervelend. Het belangrijkste is dat je beseft dat je hoogbegaafd bent. Zolang je dat niet weet, is het moeilijk genieten van de leuke kanten. Heb jij ondefinieerbare klachten en wil je weten of het misschien hoogbegaafdheid is?

Hier is een checklist:

  • Ben je snel verveeld?
  • Praat je graag veel en snel?
  • Heb je de neiging om andermans zinnen af te maken?
  • Ben je steeds op zoek naar nieuwe (intellectuele) prikkels?
  • Praat je met je vrienden/vriendinnen over andere dingen dan de meeste mensen?
  • Ben je gevoelig voor indrukken?
  • Pas je vaak slecht in een groep?
  • Word je soms wanhopig van die trage mensen om je heen?
  • Zijn jouw normen strenger dan die van 'de maatschappij'?
  • Heb je een zelfstandig beroep of een functie met veel vrijheid en afwisseling?


Antwoord je op vijf of meer vragen JA? Dan ben je misschien wel hoogbegaafd. Tijd om de Mensa-thuistest te maken.




Hoogbegaafdheid en AD(H)D


ADHD betekent Attention Deficit Hyperactivity Disorder. Aandachts en concentratie stoornis met hyperactiviteit dus. Je hebt 3 typen ADHD:
  1. Vooral concentratieproblemen (Ookwel ADD genoemd)
  2. Vooral hyperactiviteit
  3. Beide (Dit komt het meest voor )
De opvatting van ADHD is bij de meeste Nederlanders nogal verkeerd. De meeste mensen denken dan ook dat ADHD'ers maar drukke, idiote mensen zijn. ADHD is meer een stoornis waarbij het kind last heeft van motivatietekort; het kind heeft geen zin te gaan werken als het niet direct een beloning krijgt.

Bij kinderen die erg slim zijn en ADHD hebben, kunnen beide diagnoses (ADHD en hoogbegaafdheid) makkelijk gemist worden. Ze houden namelijk hun aandacht gemakkelijker bij hun werk dan een ADHD'er zonder hoogbegaafdheid, maar ze presteren wel onder de maat. Maar het kan natuurlijk ook zo zijn dat het kind wel erg slim is, maar niet zijn best doet voor zijn of haar teken omdat die te weinig uitdaginggeven, het kind vindt het saai. Het kind vindt het dan moeilijk zijn taak af te maken, omdat hun aandacht vaak naar andere, voor hun interessantere dingen overwaait.

Dit is natuurlijk helemaal een probleem voor volwassenen met deze 'stoornis', want volwassenen moeten nu eenmaal vaker vervelende klusjes doen die ze helemaal alleen moeten volbrengen, en omdat er aan volwassenen met ADHD in het algemeen erg weinig aandacht wordt besteed, kan dit erg moeilijk zijn.

Niet elke ADHD'er is hoogbegaafd, een deel van de ADHD'ers hebben een gemiddeld laag IQ, het grootste deel van deze groep bestaat uit kinderen die hersenbeschadigingen hebben opgelopen bij geboorte etcetera.

Kenmerken en diagnose

Je moet eens aan een leerkracht in het basisonderwijs vragen hoeveel geëtiketteerde er in de klas zitten. Tegenwoordig hebben tamelijk veel kinderen een etiket, ADHD, autisme (als het ze het niet weten is het altijd PDD-NOS), of een leerstoornis. Er zijn dus zeer veel drukke kinderen die meteen als ADHD'er bestempeld worden. Zo worden er ook veel hoogbegaafden als ADHD bestempeld omdat ze druk zijn. Vaak komt dit echter doordat ze zich niet begrepen voelen en hun hersenen erg snel werken.

Als je de kenmerken van hoogbegaafdheid en ADHD naast elkaar legt zie je veel overeenkomsten, de grens tussen ADHD en hoogbegaafdheid is niet altijd duidelijk.Bij veel gevallen is een diagnose stellen lastig, want wanneer begint hoogbegaafdheid en eindigt ADHD?
Bij zowel hoogbegaafdheid als ADHD is er sprake van:
  • Hyperactiviteit
  • concentratieproblemen
  • Zich moeilijk aan de regels kunnen houden
  • Onderpresteren
  • Uitingen van overprikkeling
  • Laag doorzettingsvermogen
  • Als ze ergens over praten vaak van onderwerp veranderen (van de hak op de tak springen)
  • Motorische onrust
De oorzaak van deze symptomen kan bij een ADHD'er heel anders zijn dan bij een HB'er. Hier een paar voorbeelden:

Hoogbegaafden kunnen zich moeilijker concentreren wanneer het onderwerp hun niets interesseert. Vinden ze het wel interessant dan kunnen ze zich uitstekend concentreren, ook voor langere tijd. Terwijl ADHD'ers zich meestal alleen maar kunnen concentreren bij sterke prikkels zoals de tv.

Ook wat betreft het houden aan regels en voorschriften verschillen hoogbegaafden en ADHD'ers als je verder kijkt. ADHD'ers kunnen zich er meestal niet aan houden vanwege hun verstrooidheid. Hoogbegaafden trekken de regels meestal in twijfel omdat ze het nut er niet van inzien. Of omdat ze hun eigen, vaak ingewikkelde, regels 'maken'.

Onderpresteren bij ADHD'ers is meestal te wijten aan dat ze te weinig concentratie hebben. Bij hoogbegaafden komt het hoofdzakelijk door verveling.

Overprikkeling

Een belangrijk punt in de overeenkomsten tussen ADHD en Hoogbegaafdheid is 'overprikkeling'. Zowel hoogbegaafden als ADHD'ers staan bekend om snel overprikkeld zijn. Uit onderzoek is gebleken dat overprikkeling alles te maken heeft met een hoger ontwikkelingspotentieel en zelfs een hogere intelligentie.

Je kan overprikkeld raken op een aantal gebieden:
  • Psychomotorische overprikkeling is meestal te merken aan overmatige activiteit, snel spreken en impulsiviteit.
  • Sensuele overprikkeling uit zich meestal in veel dingen willen aanraken, ruiken en proeven. Deze mensen houden van kunst en muziek.
  • Intellectuele overprikkeling blijkt uit veel kritische vragen stellen en veel willen onderzoeken en analyseren. Vaak zie je ook het goed kunnen ontwikkelen van nieuwe concepten en de onafhankelijkheid van denken sterk naar boven komen.
  • Imaginatieve overprikkeling is duidelijk te zien aan fantasierijk denken, maar ook creatief kunnen omgaan met materiaal of woorden is hier een teken van.
  • Emotionele overprikkeling omvat zowel een sterk affectief geheugen en interne gevoeligheid als een sterke verbondenheid met anderen en goed compassie kunnen tonen.
Mensen die structureel overprikkeld zijn hebben meestal een hogere intelligentie of tenminste een hoger ontwikkelingspotentieel. De emotionele overprikkeling wordt meestal als noodzakelijk gezien om de hogere ontwikkelingsstadiums te kunnen bereiken.

Begeleiding

De enkele keer dat het voorkomt dat beide diagnoses gesteld zijn, hoogbegaafdheid én ADHD, wordt de situatie wat ingewikkelder. Als je namelijk bij de leerkracht aangeeft dat er zowel ADHD als hoogbegaafdheid als in het spel is, kijken ze namelijk heel anders tegen de situatie aan dan wanneer je alleen over hoogbegaafdheid vertelt. ADHD'ers worden namelijk vaak nogsteeds gezien als niet erg intelligente, drukke mensen.Wordt het toch gekozen voor begeleiding voor zowel de ADHD als de hoogbegaafdheid dan krijg je meteen heel het pakket op je dak. Ritalin, schoolkeuze, begeleiding door de ouders, huiswerkbegeleiding. Echter over deze aanpak zijn geen resultaten bekend.


http://www.11821.09sco.thinkquest.nl/index.php

Wat is hoogbegaafd?

Hoogbegaafd, je hoort steeds vaker de term hoogbegaafd vallen, maar wat is "hoogbegaafdheid" precies?

Van hoogbegaafdheid bestaan verschillende definities. Sommigen beschouwen de uitzonderlijke potentie, bijvoorbeeld hoge intelligentie, als hoogbegaafdheid, terwijl volgens anderen slechts van hoogbegaafdheid sprake is indien ook de prestaties daadwerkelijk uitzonderlijk hoog zijn. De laatsten zullen uitzonderlijke potentie definiëren als 'hoogintelligent'. De bijzondere begaafdheid kan tot uitdrukking komen in motorische, artistieke, sociale en intellectuele vaardigheden.

In de meeste gevallen wordt hoogbegaafdheid echter wel verbonden aan hoge scores op een intelligentietest, waarbij men ervan uitgaat dat prestaties boven de 98 percentielgrens als hoogbegaafd/hoogintelligent gekwalificeerd moeten worden. Bij de in Nederland meest gebruikte intelligentietest, de WISC, komt dat overeen met een IQ van 130 of hoger. Diverse wetenschappers hebben begaafdheid in een model vervat. Onderstaand worden drie zeer bekende modellen besproken.

Het meer-factoren-model
Op basis van empirisch onderzoek naar hoogbegaafdheid kwam Renzulli (1978, 1981) tot zijn 'drie-componentenmodel'. Hierin kwam hij tot de conclusie dat de basis voor hoogbegaafdheid bleek te liggen in een samenspel van drie componenten:

hoge intellectuele capaciteiten
volharding/taakgerichtheid
creativiteit

Dit model is later door Mönks verder uitgebreid door toevoeging van omgevingsfactoren ( Mönks 1985, Mönks & Ypenburg, 1995). Mönks gaat ervan uit dat de persoonlijke factoren slechts tot ontwikkeling komen in interactie met de omgeving: school, gezin en peers. Peers zijn ontwikkelingsgelijken echter bij hoogbegaafden staat dat vaak niet gelijk aan leeftijdsgenoten.

Om tot hoogbegaafde prestaties te komen, moeten in de persoon van het kind niet alleen buitengewone capaciteiten, intelligentie die boven het gemiddelde ligt, maar ook motivatie en creativiteit zitten. Onder motivatie verstaan we: doorzettingsvermogen om een bepaalde taak tot een goed einde te brengen, zich aangetrokken voelen tot een taak = gevoelscomponent , doelstellingen en plannen kunnen maken = cognitieve component - en risico's en onzekerheden kunnen verdisconteren = toekomstperspectief. Creativiteit kunnen we zien als het tegenovergestelde van reproductief denken: een hoge mate van zelfstandig, productief denken, originele oplossingen vinden/bedenken en ook problemen bedenken.

Toch zal niet ieder kind dat deze kenmerken bezit hoogbegaafde prestaties laten zien. De persoonlijkheidskenmerken en de sociale omgeving hangen samen en beïnvloeden elkaar. Belemmerende factoren in een of meer gebieden kunnen ertoe leiden dat een hoogintelligent kind niet tot hoogbegaafde prestaties komt. Indien in het gezin, op school of in de vriendenkring geen gelegenheid bestaat om de aanwezige capaciteiten te ontwikkelen, dan zal dit onmiddellijk invloed hebben op het functioneren van het kind.



Het model van Gagné
Een ander model waarin de interactie tussen de verschillende factoren wordt aangegeven, is het onderstaande model van Gagné (1985, 1991). De "aptitude"-domeinen, dat wil zeggen: aanleg, zijn genetisch bepaald en ontwikkelen zich min of meer spontaan. Er zijn echter twee soorten katalysators: de intrapersoonlijke en de omgeving. Tezamen bepalen zij hoe de aanleg zich gaat ontwikkelen en uiten.

Uit: International Handbook of Research and Development of Giftedness and Talent. Edited by Kurt A. Heller, Franz J. Mönks, A. Harry Passow. Pergamon Press Ltd (Oxford, New York, Seoul, Tokyo) 1993.



Het model van Heller
Als laatste model voor hoogbegaafdheid vindt u hieronder het model van Heller (1992). Heller gaat ervan uit dat hoogbegaafdheid wordt bepaald door de aanleg (intern) en sociaal gevormde vaardigheden (extern). Hoogbegaafdheid ontwikkelt zich op basis van individuele cognitieve, motivationele en sociale vaardigheden.



http://pharosnl.nl/home/hoogbegaafd/

Hoogbegaafdheid, een vertekend beeld?

Veel mensen hebben een vertekend beeld van hoogbegaafde kinderen. Ook de media weten soms niet beter: zij zetten het hoogbegaafde kind vaak neer als de bekende studiebol die sociaal contact mijdt, een bril draagt, altijd met zijn neus in de boeken zit, alles weet van de prehistorie en astronomie, altijd achter de computer te vinden is, uitstekende cijfers haalt op school, vlieglessen volgt enzovoort.

Dit komt niet voort uit onwil, maar wel uit gebrek aan kennis. Het gevaar van deze visie is onder andere dat hoogbegaafde kinderen zelf zich niet herkennen in dat beeld, en hun ouders en leerkrachten evenmin. Het draagt dus niet bij aan een posititieve beeldvorming of ontwikkeling op het gebied van hoogbegaafdheid. Bovendien is het niet waarheidsgetrouw, en belicht het slechts enkele facetten van het hele plaatje.

Natuurlijk bestaat er niet één enkel plaatje van het hoogbegaafde kind. Een juist plaatje zal altijd samengesteld moeten worden uit verschillende kenmerken en eigenschappen. Niet ieder hoogbegaafd kind zal aan al die kenmerken voldoen. Het karakter, de opvoeding en het sociale milieu bijvoorbeeld spelen ook een belangrijke rol, net zoals bij ieder kind het geval is. Er kan ook altijd sprake zijn van uitschieters en uitzonderingen. Geen enkel kind is in een hokje te stoppen!

Het is niet de bedoeling om op deze plaats uitgebreid verslag te doen van alle kenmerken van hoogbegaafdheid. Daar is genoeg informatie over te vinden. Wel wordt geprobeerd om een reëler beeld te schetsen van het ‘gemiddelde’ hoogbegaafde kind.

Het belangrijkste kenmerk van hoogbegaafdheid is een hoge intelligentie, in ieder geval is het IQ hoger dan 120.

Hoe dit zich uit verschilt van kind tot kind? In de praktijk is het zo dat niet al deze kinderen zich bezighouden met astronomie of vlieglessen willen volgen.
Het merendeel van de hoogbegaafde kinderen is nieuwsgieriger en vraagt dieper door dan het gemiddelde kind. Het kan onafhankelijk en origineel denken en handelen. Het begint hier ook al eerder mee. Zodoende bouwt het een ontwikkelingsvoorsprong op. Het kan zijn dat het kind zich hierdoor niet altijd thuis voelt bij leeftijdsgenoten en ook contact zoekt met oudere kinderen of volwassenen. Zo’n kind is soms beter af als het een groep kan versnellen. Intelligentie uit zich niet alleen op intellectueel gebied, maar het kan zich op elk gebied manifesteren. Intelligent zijn is niet hetzelfde als intellectueel zijn!

Sommige hoogbegaafde kinderen vinden het niet nodig om op school uit blinken en zullen ‘voor een 6 of 7 gaan’. Ze zetten de rest van hun capaciteiten bijvoorbeeld in om een veilige plek te verwerven en te houden in de groep. Ze kunnen erg populair zijn in de klas, want ze hebben zo door hoe je je dan moet gedragen en hoe je er dan uit moet zien. In hun vrije tijd leven ze zich dan uit op intellectueel gebied, bijvoorbeeld door te iets lezen dat hun interesse heeft, informatie te zoeken op de computer of te gaan sporten.

Vaak geven deze kinderen blijk van een grote creativiteit. Dat hoeft zich niet alleen te uiten op kunstzinnig gebied, maar kan ook gebruikt worden voor het bedenken van creatieve oplossingen voor praktische problemen of het bedenken van bepaalde strategieën, bijvoorbeeld bij spelletjes of groepsprocessen. In het laatste geval gebruiken ze hun intelligentie dan in hun voordeel op sociaal gebied.

Hoogbegaafde kinderen zijn vaak erg gevoelig. In combinatie met een hoge intelligentie leidt dat er vaak toe dat ze mensen snel doorzien. Zodoende merken ze oneerlijkheid en onrechtvaardigheid snel op, en dat kan tot gevolg hebben dat ze een zekere mate van wantrouwen ontwikkelen tegen de ‘grotemensenwereld’. Hierdoor worden ze soms als eigenwijs ervaren.

Hoe dan ook: een hoge intelligentie verloochent zich niet en zal zich op een of ander gebied manifesteren. Samengevat geeft hoogbegaafdheid in het algemeen dus het beeld van een zeer intelligent, veelzijdig, creatief, gevoelig en nieuwsgierig kind dat oorspronkelijk, onafhankelijk en origineel kan denken en handelen.